WIL NIETS VINDEN
Mediteren doen we, zoals we intussen weten, niet alleen met ons hoofd maar met ons hele lichaam. Zonder lichaamsbewustzijn is er geen sprake van rust in onze geest. Maar die rust moeten we niet willens en wetens gaan zoeken.
We kunnen pas rust vinden door elk verlangen naar rust te laten schieten. Door ons vechten en het willen bereiken van wat dan ook op te geven.
In plaats van dwingend te gaan zoeken naar rust, geven we eenvoudig ons hele lichaam vrijaf. We bieden elke cel vakantie aan, inspanningsloos. Dat leidt tot een bevrijde toestand waarin alle onrust volkomen geaccepteerd wordt.
Door elk spiertje, elke vezel zacht te laten worden, verdwijnt de innerlijke oorlog. Discussies zijn niet langer meer nodig en tegenstellingen verdwijnen. Door onszelf zo met een stille geest waar te nemen, verlaat het ‘vechtende en zoekende ik’ het krijgsveld. Het lichaam wordt nu één vredige leegte, één open ruimte waarin de vrijheid kan binnenstromen.
Niemand begrijpt dat, niemand kan dat uitleggen. En daar gaat het om. Laat elke strohalm maar los. De kiem rust in zichzelf.