Wu Wei … doen door niet-doen

WU WEI…DOEN DOOR NIET-DOEN

Sinds er hier in het bos elektrische hout- en motorzagen klinken, ben ik gestopt met hout te zagen op mijn primitieve bok (een houtzaagbok), waarop ik vroeger – ruim 15 jaar geleden – met een handzaag alles in kleine stukjes zaagde. Heel lang deed ik daar over. In lente, zomer en herfst was ik aan het zagen om voor de winter een kleine helaas ontoereikende houtvoorraad aan te leggen. Heel romantisch hard werken. Zagen, zagen, wiede wiede wagen…

Maar sinds mijn vriend Will onverstoorbaar hier zijn professionele motorzaag aangezwengeld heeft, een taak inmiddels overgenomen door mijn schoonzoon en mijn kleinzoon, verloor ik de belangstelling voor de kleine handzaag en mijn geliefde bok. Iets in mij zei heel menselijk: Waarom iets doen waar je vijf minuten werk aan hebt terwijl een machine er slechts een paar seconden over doet?
Hoe opmerkelijk overigens dat vanaf het moment dat de elektronische apparatuur de wereld veroverd heeft, het oude handwerk uit het beeld is verdwenen vanwege tijdrovendheid.
Maar wat is tijd? O ja geld. En wat is geld? O ja leven. Werkelijk?? Maar wat is werkelijk leven?

Hoe het zo kwam weet ik niet, maar onlangs had ik zo’n dag waarin weinig of niks uit mijn vingers kwam en de energie tot nauwelijks boven NAP steeg. Mijn keel deed bovendien zeer, mijn stem klonk als een droge rasp maar toch moest ik naar buiten omdat ik een tekort had aan droge aanmaakhoutjes. Ik liep wat doelloos rond om te zien hoe ik aan droog hout kon komen. Ik stapte willekeurig naar een van mijn houthokken en ineens zag ik de oude bok weer staan. Tegelijk zag ik in een hoek wat droog hout liggen. Een handzaag confisqueerde ik bij mijn buurman, uit de schuur van mijn schoonzoon, en toen nam mijn therapeute ‘Tijdloosheid’ al het werk over.

Ik ging zagen op de oude bok en een nieuwe wereld ging terug voor mij open. Nee, eerst niet. Eerst vlotte het niet want ik was bezig met efficiënt houtzagen. Zo snel en vlot mogelijk even wat hout verzamelen voor mijn kachel.
Terwijl ik met geweld drukte en wrikte op de zaag om een vrij kronkelige dennenstam klein te krijgen gebeurde er iets. Ineens voelde ik dat geweld uitoefenen averechts werkte. Ik verzachtte mijn handgreep om de zaag, liet mijn wil los, werd tijdloos en het volgende moment gleed als een mes door de boter de zaag door het hout. Met verrukking keek ik hoe de dikke tak binnen no time was doorgezaagd. Ik leek zelf niks te doen. Ik had een wet opnieuw verstaan – voor de zoveelste keer – die ik vergeten was. Niet je best doen! Handelen zonder te handelen. De doener in mij uitzetten.
Als ik een stem had gehad, was ik jubelend van vreugde gaan juichen onder de bomen.

Vanaf dat moment sloot ik volledig vrede met het idee dat dingen die in één seconde kunnen gebeuren er ook vijf minuten of zelfs langer over mogen doen. Werken met alle geduld van de wereld. Alsof ik terugging naar de tijd van vóór de vorige eeuw. Redelijk dikke stammetjes werden een vreugde om te zagen. Los en zacht en één met de handeling. Overigens tijdens het zagen moest ik me constant herstellen van mijn oude gewoontes. Zodra ik de zaag te strak vasthield werd ik moe en stropte de zaag in het hout.
Maar als ik mijn instelling veranderde: loskomen van tijd en doel om iets te willen bereiken, zaagde de zaag bijna zonder dat ik iets deed. Ik keek ernaar als een toeschouwer. (Zoals Albert vaak zei: “Let your fingers do the work.”) Ja, mijn handen werkten met de zaag mee terwijl ik toekeek: passief. Is dat niet wat binnen de Zentraditie bedoeld wordt met “als iemand met een verlichte geest praat of werkt, volgt het geluk hem als een schaduw.” (Boeddha)?
Terwijl ik zo bezig was ontdekte ik dat mijn lichaam, mijn hele wezen, ging openstaan naarmate ik zachter en passiever werkte. Zelfs mijn keel kreeg ontspannen weer ruimte.
Ik keek omhoog naar de bomen en dankte hen dat ze mij hielpen, ook al zaagde ik die lieverds kapot. O groot mededogen van de natuur. Vriendelijk knikten de takken: ‘Als je maar niets wilt, werken alle krachten met je mee.’

Intussen heb ik voor dagenlang aanmaakhout en weet ik weer: open de deuren tussen je binnen- en buitenwereld, zodat er geen barricade opgeworpen wordt tussen de natuur buiten je en je eigen natuur binnenin. Het is één beweging. Neem de tijd voor alles.
Intussen zijn mijn bok en mijn stem weer terug.

Scroll naar top