Gij zoudt moeten leren zwijgen

GIJ ZOUDT MOETEN  LEREN ZWIJGEN

Jaren geleden had ik een merkwaardige droom over een man die de wijsheid in pacht had. Hij zou daarover gaan spreken in een stadion dat tot de nok toe gevuld was met publiek. Iedereen was toegestroomd om de man te horen spreken over de enige werkelijk belangrijkste vraag die er in de wereld bestond: Wat is ware wijsheid?

De man begon te vertellen. Eerst in volle rust, maar al gauw werd hij gedrevener en gedrevener. Het was prachtig wat hij allemaal te vertellen had. Zoveel wijze woorden, zoveel waarachtige raadgevingen, zoveel nieuwe ideeën en zoveel verstandige richtlijnen, dat het voltallige publiek aan zijn lippen hing. Terwijl de indrukwekkende stroom van woorden zijn hoogtepunt naderde, zaten alle mensen op het puntje van hun stoel. De man zou De waarheid gaan verkondigen.

Op dat moment gebeurde er iets geheel onverwachts. De wijze man raakte ineens de draad van zijn verhaal kwijt. Hij wist plotseling niks meer te zeggen. De stroom van woorden hield op.
Het publiek was met stomheid geslagen. Wat was dit nou!? Waarom was het ineens zo stil? Waarom zei de wijze man niks meer, terwijl hij juist op het punt stond dat te verkondigen waarvoor zij van heinde en verre naar hier gekomen waren?
Al gauw begonnen sommige mensen wat ongeduldig op hun stoelen heen en weer te schuiven. Een paar technici dachten dat het geluid uitgevallen was, en probeerden wat aan de bedradingen van de microfoon te frunniken.
Maar ineens leek de man tóch weer verder te gaan. Doch had hij voordien met het hoofd in de nek met grote gedrevenheid en ogen vol schittering staan spreken, nu boog hij zijn hoofd voor het publiek en veranderde ineens in een oude man die niets meer te vertellen leek te hebben. Het publiek wachtte ademloos. Toen, zó zacht dat het amper te verstaan was, sprak hij:

” Ik kwam hier om u allen de wijsheid te verkondigen, maar haar grote stomheid heeft mij nu geslagen. Ik zal van nu af aan ongesproken taal moeten ontvangen die geen beluisteraar kan horen. Het enige wat mij overblijft is de werkelijke wijsheid voorbij de wijsheid aan u allen te verkondigen, En dat is:
‘Gij zoudt allen moeten leren zwijgen. Gij zoudt allen uw innerlijke mond moeten leren houden. Dát is de wijsheid die u de wind doet horen waaien en de hemelen doet horen spreken. Nú pas begrijp ik dat mijn woorden geen enkele waarheid bevatten, omdat ze niet uit het hart kwamen maar uit mijn hoofd. Pas wanneer gij allen uw innerlijke zwijgen gaat kennen, zal de waarheid – de waarachtige waarheid – vanzelf vanuit uw eigen harten tot u spreken, in ongehoorde woorden van liefde, rust en leegte. Dit heb ik ter plekke nu pas begrepen. Wij zouden liever maar zwijgen.”

Toen hield de man op met praten, bracht zijn handen voor zijn hart, boog diep voor alle mensen en verdween geruisloos van het toneel.
Het publiek bleef ontgoocheld zitten en ging tenslotte ronduit teleurgesteld naar huis. Sommigen liepen zelfs verontwaardigd boos naar buiten: Wat een charlatan! Leren zwijgen? Hoezo leren zwijgen! Geld terug!

Hiermee eindigde mijn droom…

De volgende morgen sloeg ik – ik was de droom een beetje vergeten – een boekje van de dertiende-eeuwse Meister Eckhart zomaar even open en het eerste wat ik las was: “Wij moeten weten dat het allerbeste en het edelste waartoe men in dit leven komen kan, is dat wij moeten zwijgen.” Ik las verder: “In dit zwijgen kan God werken en spreken. Daarom wordt gezegd: ‘Midden in het zwijgen werd het heilige woord mij toegesproken.’ Daarom, hoe meer u in staat bent alle activiteiten tot rust te laten komen en alle dingen en beelden die u ooit hebt opgenomen, te vergeten, des te dichter bent u bij dit woord en des te ontvankelijker wordt u daarvoor.”

Mijn droom over de wijze man stond mij ineens helder voor de geest.
Was ik verbaasd toen ik hem later ineens tegenkwam? De wijze man? Gewoon op straat en later gewoon op de markt, onzichtbaar tussen de andere mensen?  Zóveel eenvoud en wijsheid in een mens…dat valt niemand op.

 

 

Scroll naar top