DE ZEGEN VAN EEN KLETSENDE KOLERELIJER

DE ZEGEN VAN EEN KLETSENDE KOLERELIJER

Hebben we ooit gehoord dat de mens een inwonende parasiet in zich draagt die 24 uur aan één stuk door aan het kwebbelen, kibbelen, klikken, klagen, koketteren, knokken, klieren, kwaadspreken en keuren is in zijn hoofd? Nee?  Dan heb je er zéker last van! Alleen heb je het nog niet in de gaten. Dat wordt dan hoog tijd! Luister maar:

Ontdek het maar. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is in ons brein deze opruiende bastaard, als een hitsig springend repelsteeltje, de regels en de strategieën voor ons leven aan het invullen en bepalen.
Zit ik fijn en rustig onder mijn bomen buiten, vindt hij dat ik nutteloos bezig ben. Sta ik gezellig ouderwets de vaat te doen word ik lastig gevallen in mijn hoofd door een onnozel incident dat in het verre verleden eens voorgevallen is; strik ik mijn schoenveters dicht of doe ik mijn jas aan, moet ik van hem snel zijn en opschieten; kijk ik vanuit mijn keukenraam naar de opgaande zon, wil ik die zon voor altijd hebben! Op de meest onverwachte momenten verschijnt dat storende geniepige denkaddertje onder mijn hoofdgras, zelfs als ik even rustig op het toilet zit. Hij valt me zelfs ’s morgens, als ik nog maar net mijn ogen opendoe, al direct flink lastig met onzekere onrustgevoelens. Behalve door een heel lang gebed op te zeggen dat ik uit mijn hoofd ken, is er geen enkel kruid tegen dat klerenlijertje gewassen.

In het boeddhisme noemen ze deze eeuwige kletsmajoor de ‘monkey-mind’, de aap die 24 uur aan één stuk in ons hoofd aan het kwetteren en babbelen is. Ik noem hem ‘de tiran’ of de ‘parasiet’ (Zeventig meditaties blz. 114). In het algemeen noemen we de hitsige babbelaar ons ego (dat wat ‘ik ben’ betekent, maar het in wezen niet is.)

Ben ik dan een slecht mens omdat mijn ego zo tobberig, oordelend en jaloerserig is? Moet ik vol schuldgevoelens zitten omdat ik soms slechte dingen denk? Nee beslist niet! In elk mens is dit ikkerige ego volop aanwezig (overigens is het ego uiterst nuttig als kennend principe voor praktische zaken in ons leven). Het merendeel van de mensen laat zich er psychisch volkomen door leiden, zodat stemmingen en emoties de dag grotendeels bepalen en meningen en overtuigingen daarvan afhankelijk zijn. Grumpy, hyper, tandenknarsen van woede, ongeduld, opwinding, hebzucht, jaloezie, eerzucht en down voelen liggen ten grondslag aan de kracht van de heersende ‘monkey-mind’.

Het is daarom geen pretje voor ons als eigentijds aardse wezens om onder de gespannen druk te moeten staan van dat zorgelijke emotionele ego. Hetgeen de Boeddha ‘ het lijden’ noemt. Een duidelijk signaal misschien om eens te onderzoeken wat we eraan kunnen doen. Liever gezegd, misschien is het wel onze opdracht – en klaarblijkelijk is dat ook zo! – om daar eens goed naar te gaan kijken.
Allereerst is het belangrijk dat we ons terdege bewust worden van die innerlijke kletskop waarvan we menen dat die de waarheid in pacht heeft.
Het is belangrijk inzicht te krijgen in het oude-versleten-doos-karakter van het ego dat ons er als een vinnige conservatieve oude kletstante constant aan herinnert dat het leven slechts beloond wordt als we uiterlijk deugdzaam en innerlijk-braaf en fatsoenlijk zijn, en dat we vanuit onze gekende plichten, rechten en verwachtingen zonder te zeuren en zonder zwak te zijn onze ambitieuze  doelen met hard werken koste wat koste moeten nastreven. Een soort van militair regime dat ons in een strak kostuum voortdurend opdrijft en ons leven strak bepaalt door erop te hameren vooral geen fouten te maken of even buiten de lijntjes te stappen (alleen de bazen mogen dat.)
Hierdoor kunnen we zelden zacht, mild, blij of tevreden met onszelf zijn behalve wanneer we ‘nuttig’ werk hebben verricht. Dan pas voelen wij ons goed als we beantwoorden aan wat ‘men’ goed vindt en we nuttig zijn geweest.

Oei…en dat terwijl onze ware natuur volledig vrij is! Wat doen we onszelf geweld aan en indirect de wereld? Hoe kunnen we dat hitsige repelsteeltje, de aanleiding tot zoveel onmin en onvrede, in onszelf stil leggen?
Door te eisen dat hij ophoepelt? Dat hij de benen neemt? Dat hij zijn mond houdt zodat het stil in ons wordt?
Nee, dan keert hij als een vechtende boemerang driedubbel zo snel bij ons terug.
Nee. Heel héél eenvoudig door hem gewoon zijn gang te laten gaan nadat we zijn storende denkdrukte en denkrommel in de gaten hebben. Gewoon hem de vrije teugel te geven en te zeggen: ‘Alles mag er zijn, jij ook’. En het wonderlijke is dat de druktemaker daar niet tegen kan, tegen er gewoon te mogen zijn. Hij stapt ontdaan uit het gevecht en lost uit ons op als mist in de grote natuur, helemaal vanzelf.  En wij? Wij staan ineens in een andere heldere relatie met onszelf. Het wordt prompt helemaal stil!

Deze zachte milde vrijmaking van ons ego is de enige manier om in vrede met onszelf te komen. Wij mogen er ineens volkomen zijn. Helemaal stil!  In ons diepere zelf verschijnt plots een open en bevrijd mens dat eerst gespleten en verdeeld opgesloten zat, vechtend tegen windmolens.
Maar…zónder die hardnekkige stoorzender waren we onszelf nooit in die diepere innerlijke dimensie tegengekomen! Pas als ons iets lastig valt dat onnatuurlijk is gaan we opzoek naar een andere natuurlijker manier van leven. Zie hoe alles werkt en uiteindelijk een groter doel dient. Wonderlijk toch!
Dank aan onze kletsende kolerelijer ontwaken we!  Ieder moment weer…zelfs als we rustig op het toilet zitten of kalm onze schoenen aandoen.

 

Scroll naar top