IK HEB DE STILTE GEHOORD

IK HEB DE STILTE GEHOORD…

Vanmiddag gaf ik voor het eerst pianoles aan mijn kleindochter. Ze wilde dat graag.
Hoe roerend om te zien hoe kleine vingertjes ineens iets moesten doen dat ze totaal niet gewend waren. Een voor één, heel gedresseerd, na elkaar de eerste drie noten spelen, daarna de vierde erbij, en toen nog de vijfde: cee-dee-ee-ef-gee. Ze had het gauw door.
Maar in het begin waren de vingertjes onwillig en konden – tok, tok, tok –  de toetsen uitsluitend staccato aanslaan. Toch al gauw kregen de vingertjes contact met de toetsen, de noten werden wat langer verbonden en de kleine Mies benoemde al gauw, zachtjes meezingend, de noten in alle op en neer gaande variaties uit het pianoboek. Ze luisterde naar zichzelf. ‘Het lijkt een beetje op liedjes spelen’, zei ze. En dat wilde ze zo graag. Haar ogen glansden…cee-ee-gee-ef-ee-dee-cee….Nog een keer, en nog een keer. En nog een andere variatie. Hoor hoe mooi en simpel! Ze luisterde vol verbazing naar de harmonie van haar eigen ontdekte klanken, en heel zachtjes zong ze al luisterend mee. Ineens had ze de taal verstaan en het geheimschrift ontraadseld van een blad vol abstracte zwarte puntjes en stokjes naar het spelen van een melodie.
Het wonder was geschied. Meer hoefde niet voor vandaag. Nog even vroeg ze me over de stokjes aan de noten en de hele, halve en kwart noten, en toen ging ze hollend met haar pianoboek onder haar arm naar huis. “Ik ga thuis oefenen’, riep ze nog.

Dat luisteren belangrijk was, werd mij een tijd geleden duidelijk toen ik op een basisschool hier in het dorp aan een klas van tienjarigen mocht komen vertellen – in het kader van het thema ‘beroepen’ – over mijn beroep als yogalerares.
‘Weet iemand van jullie heel misschien wat yoga is?’, was mijn simpele eerste vraag. Aarzelend gingen er wat vingertjes omhoog. ‘Je wordt er rustig van zegt mijn tante, want die zit op yoga.’ ‘Je kunt dan beter slapen.’ ‘Je wordt er ontspannen van.’  Dus vroeg ik: ” Waarom zou je dan moeten ontspannen en rustig worden?’
Dat was olie op het vuur gooien want een paar tellen later sprak ik met de kinderen over hun eigen onrust, bangheid, gepest worden, alleen voelen, verlegen zijn en zich anders voelen. Er kwamen zulke eerlijke onthullende gevoelens naar boven dat ik er stil van werd. Wat een verborgen emoties huisden er in al die kleine mensjes! Om ze een beetje gerust te stellen dat die gevoelens misschien niet zo gek waren, vertelde ik hun ook over mijn eigen angsten toen ik klein was, en zelfs nu ik al volwassen ben.
Maar wat zou daarbij kunnen helpen?
We gingen een paar oefeningetjes doen om het verschil te voelen tussen wat onrust is nu – kun je je onrust voelen?  – en wat er daarna te voelen valt. Vervolgens na een diepe buiging gemaakt te hebben met een lange ademhaling zei ik onverwacht: ‘Ssst, en nu gaan we even héél stil zijn.’ Omdat we zoveel gepraat hadden en wat oefeningen hadden gedaan werden ze prompt muisstil. Voelbaar vonden ze dat fijn, die stille pauze. Toen vroeg ik na een tijdje: ‘Wat kun je nu horen?’ Iedereen luisterde. Wat konden ze horen?
Daar ging een vingertje omhoog: ‘De klok hoor ik tikken’. ‘Ja precies, dat hoor ik ook. Goed. Wat hoor je nog meer?’ Na een stilte kwam een ander vingertje: ‘Er kwam zojuist een auto langs’. ‘Ja, dat hoorde ik ook. Kun je nog meer horen?’ Na lang aarzelen weer een vingertje: ‘ik hoor mijn ademhaling.’ ‘Prachtig! En wat nog meer?’ Wat konden ze nog meer horen dan??
Ineens dook een vingertje van een kindje omhoog dat kennelijk nog iets gehoord had: ‘Ik hoor stilte.’ ’Ja…heel goed. Kun je daarnaar luisteren? Naar de stilte? Laten we eens luisteren…’ Alle kindjes luisterden. ‘Is het saai?’ Toen ging er een vingertje omhoog van een jongetje dat nog niets gezegd had. Heel zacht en verlegen zei hij: ‘Ik word daar heel rustig van.’

Even later op het schoolplein na de les hoorde ik een meisje roepen naar haar eigen juf: ‘Juf, ik heb de stilte gehoord!’ ‘Ik ook’, riepen toen nog een paar andere kinderen.

Alsof dat heel zeldzaam is. De stilte horen. Maar dat is het ook! Ook voor volwassenen. Voor iedereen. Kennelijk registreren wij mensen alleen het geluid en niet de ruimte om het geluid heen. Er moet altijd ‘iets’ zijn dat hoorbaar is. Maar niets? Leren luisteren naar dat ‘niets’ eromheen? Wat voor zin heeft dat?
Krishnamurti zegt hierover: ‘In werkelijkheid heeft het denken zo’n wereld van illusies, van bedwelmende dampen en verwarring geschapen dat het de intelligentie verdrongen heeft. En intelligentie is juist de stilte van het brein.’

Intelligentie ontwaakt wanneer het luidruchtige brein stilvalt. Rechtstreeks samen met het stille heelal zonder toegangscodes of wachtwoorden. We hoeven er niets voor te doen.

Alleen maar zacht wat meezingen: cee-dee-ee-ef-gee…en dan niks meer.

 

 

 

 

Scroll naar top