EEN SPROOKJE
Er was eens een tiran die als een parasiet zat ingenesteld in de mens. Hij voelde zich bijzonder goed, at van alle walletjes mee en kreeg steeds meer heerschappij en overwicht in de binnenvertrekken van de mens. Hij bemoeide zich met elke zaak, en gaf op alles wat de mens zei of deed of dacht zijn ongezouten commentaar en kritiek. Wie was deze tiran?
Het was het ego. Het ego had zich zó bemoeizuchtig in ons ingenesteld dat we het niet meer konden uitzetten. Zijn stem was dag en nacht in ons te horen. Soms was het ego opgewonden, soms was het diep teleurgesteld, soms stelde het zich aan als een klein kind, soms was het bang of boos of zo emotioneel dat het hysterisch werd. Maar dan ineens werd het heel trots en blij, of buitenzinnig jolig. Het ego was een jojo van verschillende stemmingen waarin het het ene moment brave kletspraat, gemene roddelzucht, kritiek of zalvend sussende heiligheid verkocht, en het andere moment gebakken lucht, betweterige kennis, of zie-mij-goed-doen. Nooit was het ego eens neutraal zichzelf. Altijd vond of meende of dacht het in gekleurde stemmingen en emoties.
De mens werd er zó moe van dat hij hem het liefst zou willen wegjagen. Maar er tegenin gaan of het willen wegduwen verergerde de onrust almaar meer.
Ten einde raad kwam de mens erachter dat niets hielp.
En dát hielp! De mens deed niets meer om er tegenin te gaan. Dát was de manier om de tiran tot rust te brengen. In alle zwijgzaamheid liet de mens de tiran zijn gang gaan en sloeg hem gade. In alle stilte gaf hij de tiran vrijaf. En zie… daar kon de tiran niet tegen. Hij wilde vechten, weerwoord, tegendruk, discussies, maar geen stilte, vrijheid en ruimte. Zo werd de innerlijke tiran het zwijgen opgelegd.
In alle rust zette de mens zich in het vervolg nu neer om de stilte toe te laten wanneer de tiran weer tekeer ging. En zie, de stilte in de hoofden van de mensen werd steeds groter en de rust keerde steeds dieper en vaker terug!
————————————————————————————————————————————TOELICHTING VAN JANINE OP RDE KEUZE VAN HAAR FOTO
“Ingekapseld in het ijs doemt een druk robothoofd op dat vol zit met belletjes, lijnen, ringen, monden, dubbele ogen, vouwen en slierten.
Dit chaotisch gedrocht smelt vrij wanneer het ijs weer als water stroomt.”
———————————————————————————————————————-