DE KERN VAN WETENSCHAP ….OF HET MYSTERIE VAN DE MATERIE
Hoe komt het leven aan zijn levenskracht? Wat is het kleinste bouwsteentje dat aan het leven ten grondslag ligt?
Dat zijn de vragen waar de mens zolang hij leeft een antwoord op wil hebben en waar hij wetenschappelijk met allerhande onderzoeksapparatuur de grootst mogelijke moeite voor doet om daar achter te komen.
Maar het grote probleem is: de kern van elk stukje aardse stof draagt een beweeglijke tijdloze en bezielde creativiteit in zich die veranderlijk is. Met welk meetinstrument kunnen we de schat van stromend leven vinden die zo als een mysterie verborgen ligt in de kleinste cel van elk organisme?
Het probleem daarbij is: zolang we de levende materie vanuit cijfers en statistieken via allerhande vernuftige meetinstrumenten willen onderzoeken, halen we het leven juist uít de materie doordat we het organisme ‘verdingen’. Natuur is geen statisch en vaststaand ding dat via de logica en redenatie zijn diepste ziel kan laten zien.
De kern van natuur is beweeglijk, bezield, veranderlijk en ieder moment nieuw. De geur van het lelietje, de roep van de uil, de lach van het kind en de liefdeskracht van het hart zijn niet meetbaar en kennen tijd noch duur noch oorzaak en zijn nooit hetzelfde. In de diepte van alle cellen, van steen tot mens, vindt de alchemie van stof naar geest plaats. Het geheim ligt in het wezen der dingen zelf en IS het wezen der dingen. Hoe komen we daar dan?
Meditatie vindt haar eigen weg om in de stoffelijkheid door te dringen naar het innerlijke hart, waar de ongeboren kennis van het grote stille midden ligt. Er is geen andere manier om de bron van het leven te ontdekken. In de meditatie vallen alle meetbare tegenstellingen weg en komt alle dode stof tot leven.
Leven komt voort uit onlogische creatieve denkvelden, verzot op poëzie, kinderlijke zorgeloosheid en onvoorspelbaarheid. Leven lijkt een ogenschijnlijke chaos maar blijkt een exacte ordening in zich te dragen.
De wetenschapper die mediteert zal tot dat diepe en exacte weten komen dat alle wetenschappelijke bewijzen overstijgt. De eenheid die hij ervaart zal hem brengen tot een rechtstreekse waarneming van het leven, waarin zijn lichaam hem als het meest verfijnde instrument doet verbazen zonder het te kunnen begrijpen en in statistieken te kunnen vangen.