DE KERN VAN WERELDECONOMIE
Dit schooljaar ging mijn kleindochter Mies (11 jaar) voor het eerst naar de middelbare school. Een overstap die haar wonderlijk genoeg gelukkig maakte en haar nauwelijks moeite kostte behalve de zware schooltas en het reizen met de bus.
Mies had altijd al gehunkerd naar kennis. En nu…eindelijk Engels, eindelijk Latijn, eindelijk vakken waar ze naar uitgekeken had, eindelijk zich fijn voelen in een klas waar ze ook kinderen aantrof met dezelfde guts.
En daarbij … ze kwam naast Raf te zitten. En Raf bleek heel goed in wiskunde. Dat had Mies snel door, want daar was zij minder goed in. Maar Raf bleek niet zo goed in talen. Zodat Mies tegen Raf zei: “Ik ben heel goed in talen”. En Raf tegen Mies: “Ik ben heel goed in wiskunde” Mies tegen Raf: “Ik ben juist niet zo goed in wiskunde” “En ik niet zo goed in talen” zei Raf. “Zal ik je dan helpen met talen?” antwoordde Mies. Zodat Raf tegen Mies zei: “Dan zal ik je helpen met wiskunde.” En vanaf dat moment helpen ze elkaar elke dag. En het werkt.
Dat noem ik nog eens een volwassen afspraak. Dat noem ik nog eens economie in de ware zin des woords. Rechtstreeks gebruik maken van elkaars zwakke kanten om elkaar sterk te maken. En het niet alleen bij woorden laten maar het ook daadwerkelijk toepassen. Een economie van samenwerking in plaats van een economie gebaseerd op het aloude jungle spelletje van concurrentie waar sommigen de juichende winnaars worden en anderen de gefrustreerde verliezers. Deze twee jonge kinderen smeeddden simpel samen een slim plan om elkaar te helpen. Om samen de winnaars te zijn.
Ik herinner me van mezelf op de middelbare school dat ik peentjes zweette omdat ik ook geen wiskunde kon en mezelf daarin volkomen blokkeerde omdat ik wist: Ik kan dat niet, punt uit klaar, dit is een probleem. Mist verscheen wanneer er een wiskundeboek geopend moest worden. En ik had geen Raf naast me, dus ik had niemand om mijn zwakke kant te delen.
Ik concludeerde daarom stilletjes dat ik niet volmaakt was. En daar begon het probleem. Want ik was opgegroeid in een wereld die ervan uitging dat je net zolang moest werken tot je volmaakt was. Dus altijd bijschaven, mooi zijn, verbeteren, streven, hogerop komen en daar keihard voor werken. Dus concurreren om maar de beste te zijn. Het maakte van mij een balsturig meisje. Ook mijn uiterlijk was minnetjes in vergelijking met anderen. Dat concurreert ook niet lekker. Met obstinaat gedrag probeerde ik te maskeren dat ik verging van onzekerheid. Niemand merkte wat aan me.
Totdat ik later in mijn studententijd ineens iemand hoorde zeggen dat er geen probleem bestond. Huh? Geen probleem? Mijn probleem was altijd een pijnlijk zeurend diep verborgen spookbeeld in mij, altijd aanwezig.
Pas veel later in mijn leven begreep ik dat problemen inderdaad ten diepste niet bestaan.
Ik ontdekte dat ik rondliep met iets waar blijkbaar velen mee rondliepen: altijd een probleem te hebben.
Want er is altijd wel iets aan de hand in de omgeving dat een probleem veroorzaakt, elke keer weer in een andere vorm. En keer op keer neemt dat probleem ons totaal in beslag omdat het verbonden is met oud zeer en oude overtuigingen. Maar gek genoeg, zo ontdekte ik, bleek een probleem iets te zijn dat ikzelf in stand hield.
Een probleem doet ons daarbij laten schijnen alsof het de schuld is van iets of iemand buiten ons. En dat voelt op de een of andere manier lekker. Zelf blijven we buiten schot zodat we eindeloos malen over wat ons is aangedaan. We durven niet naar de pijn achter het probleem te kijken.
Tot ikzelf leerde om eens mezélf te accepteren in een probleem dat op mijn pad kwam vanuit die oude pijn. Door te zeggen ‘prima dat het er is’. Ik verwierp mezelf en het probleem niet meer, hoe ernstig het probleem ook leek. Ik keek naar het probleem en ik ontdekte dat het ‘goed’ was. Wat er ook aan de hand was. Ik kwam erachter dat een probleem alleen levensvatbaar is als ik het verwerp als iets dat NIET zo zou moeten zijn.
Wonder boven wonder smolt het probleem.
Ach, over zoiets valt veel te schrijven.
Probeer het gewoon: heb je een probleem, accepteer het maar. Inmiddels heb ik nauwelijks nog last van problemen.
De kleine grote Mies vertelde gisteren aan tafel dat ze bovengemiddeld gescoord had voor wiskunde. Samenwerken met elkaar en jezelf compleet accepteren in alle onvolkomenheid.
Jonge kinderen weten blijkbaar hoe het werkt.
Mooi Liesbeth, en wat is Mies al groot zeg, mooie foto van haar, lieve groet voor jullie beide. Hannie