ALLEEN DE RUIMTE TE HULP LATEN SCHIETEN
Het is verbazingwekkend hoe het leven het altijd voor het zeggen heeft. Uiteraard kan ik in dezen alleen maar voor mezelf spreken.
Neem mijn laatste paar jaren. Wat een enorme verandering heb ik moeten ondergaan. Had ik daarin iets te zeggen? Niets! Had ik het voor het zeggen dat er iemand in mijn leven zou komen waarmee ik een groot deel inmiddels deel? Iemand van wie ik enorm ben gaan houden maar bij wie ik ogenschijnlijk helemaal niet pas of paste? Het leven had het absoluut voor het zeggen.
Verliepen de jaren daarvoor redelijk rustig en overzichtelijk, maar toch ook een beetje saai.
En alsof saaiheid niet leek toegestaan, confronteerde het leven mij ineens met de waarden, werelden en leefgewoontes van een andere persoonlijkheid met een geheel eigen sterke wijze van denken. Een storm van veranderingen kwam hiermee de voordeur binnenwaaien.
Dat eiste gaandeweg hernieuwde inzichten en aanpassingen waar ik anders in mijzelf nooit mee in aanraking zou zijn gekomen. Dat eiste dat er aan mijn ego gevijld moest worden, aan delen die nog stevig in het zadel zaten.
Ik ben er inmiddels dankbaar voor, en ik weet dat het leven mij zelfs op oudere leeftijd niet met rust zal laten. In naam van… de liefde.
Maar het leven stuurt ook altijd zijn hulpmiddelen mee weet ik.
Wat was hierin mijn grootste hulp waar ik anders nooit zó noodzakelijk mee in aanraking zou zijn gekomen? De ruimte. De ruimte tussen de dingen. De ruimte tussen alle voorbijgaande wrevelige tijdelijkheden schoot mij regelmatig te hulp om mij licht en opgewekt te maken of te houden. De ruimte tussen de punten waar mensen onderling – en ik ook – een kortzichtige punt van kunnen maken leerde me het betrekkelijke van mijn eigen reactieve ik-gerichte gedrag in te zien.
Hoe ziet die ruimte er dan uit?
Kijk ik nu naar het gebied tussen de rand van mijn tafel en een verderop staande stoel, dan kom ik in de tussenliggende ruimte terecht. Tussen alles wat ik zie is het vrije ruimteveld aanwezig… Alles om ons heen is er in gedrenkt, elk voorwerp, elke boom, elk mens, zelfs de zon. In die erom heen liggende ruimte ligt de voedende kracht van rust, kalmte en eenheid verborgen.
De liefde was het mij volkomen waard om juist díe ruimte te leren kennen, om zo de obstructie tussen het ik-maak-er-een-punt-van en mijn diepe zelf weer vrij te maken. Wonderlijk!
Dit ruimte-perspectief deed mij nadenken over het verschil tussen mijn reactieve ik en mijn innerlijke vrije zelf, dat overeenkwam met het verschil tussen de tijdelijkheid en de eeuwigheid.
Zodra de ruimte, de weidsheid, de oneindigheid in mijzelf voelbaar is, ben ik aangesloten op mijn diepe zelf. Maar zodra ik reageer vanuit mijn zintuiglijke ik dan ben ik aangesloten op de tijdelijke dingen, situaties en gevoelens waar ik mijn hele hebben en houwen en mijn leven angstvallig aan vastklamp, denkende dat ik dat zelf ben.
Drenk ik mijn bezorgde ik, mijn gejaagde onrust, mijn innerlijke gevecht in het grote geheel van de wijde ruimte, dan zorgt de ruimte voor het verwijden en losweken van de verkramping.
De serieuze winzucht verandert in lichtheid,
het ontwaakte hart kent zichzelf weer
en de warme ziel is voelbaar door opgeluchte vreugde.