ONTPOPT

ONTPOPT

Een rups was ontpopt in mijn houtkachel.
De kachel was gevuld met hout, maar had een lange tijd niet meer gebrand omdat het zomer was.
Op een kille zomeravond deed ik het deurtje open en zie: een prachtige atalanta steeg ineens op uit de donkere holte. Ik wist niet wat ik zag. Als een kleurrijke magische lichtfee kwam ze ineens fladderend tevoorschijn uit het meest donkere kille vieze, vuile achterbuurtsteegje op aarde te vinden. De hemel die zich bevrijdt uit de hel.
Ik was verbijsterd. Want wat als ik het deurtje niet geopend had? Hoe zou de vlinder als een verdord ongemerkt grauw blaadje langzaam sterven tussen het kille as en het koude hout en zou ik haar later nooit opgemerkt hebben?

Hoe kon in de hel zoiets wonderschoons plaatsvinden?
Ineens wist ik het. Daar vindt alles plaats dat zich wil omkeren naar het licht toe. Zoals de nacht overgaat in de dag.
Op het punt van het diepste verdriet, in de grootste wanhoop, in de donkerste eenzaamheid vindt het punt van verandering plaats. Een mens wordt zich ineens bewust van zijn ellendige armzalige staat, en aanvaardt zichzelf.
Hij kijkt dus naar binnen en opent daardoor het deurtje van het hart. Alles wordt zacht in hem. De verbinding tussen het innerlijk en het uiterlijk wordt als van nature hersteld.

Wat een bevrijding als het verstikkende deurtje opengaat. Elke dag steeds even openzetten…om weer te kunnen fladderen als een bezielde.
Daarom hebben we het donker nodig…

Scroll naar top