EENDJES NAAR BED BRENGEN
De hele dag lopen hier twee eenden druk rond tussen de bomen en over het gras. Waggelend achter elkaar aan, amechtig slakjes zoekend onder de planten (zonder ze te beschadigen), gezellig roefelend naast me als ik tussen de bomen bezig ben, terwijl tussendoor – fladderend ineens naar de waterbak voor drinken of een duik – hun snaveltjes niet stil staan van het snateren. Waarover babbelen die dametjes de hele dag door? Geen idee… Misschien is het de onrust en de hang naar elkaar die ze delen, het verdriet als uitlaatklep omdat onlangs een zusje overreden is, patsboem door een auto? Misschien denken ze alleen hardop of heeft elke wending die ze maken een geluid nodig? Ik weet het niet. Ze praten bijna de hele dag door.
Maar dan rond half 4 is het ineens gedaan met de pret. De eendjes zijn moe en willen nú naar bed. Met een tomaatje of een blikje mais als verhaaltje worden ze naar hun ren, hun hok gebracht. En direct zijn ze compleet stil, absoluut stil. Als een wonder daalt de rust over hen neer. Hèhè…
Ineens viel me onlangs de overeenkomst op tussen dit gedrag van de eenden en dat van de mens. Ronduit hetzelfde. Een beetje oneerbiedig omdat de mens meent toch wel iets meer ontwikkeld denkt te zijn dan een eend, gebeurt hier toch precies hetzelfde. Zo druk in de weer met vaak zulke futiele maar zogenaamde importante zaken, zoveel innerlijk en uiterlijk geklets, zoveel amechtig zoeken naar de zin of het doel of de betekenis of de bestemming van het leven, rennend al redenerend van het ene houvastpunt naar het volgende om uiteindelijk… zooo moe van zichzelf te worden.
Alleen het beduidende verschil: de eenden steken met kop en staart boven de mens en zijn intelligentie uit: zij voelen dat ze moe worden en brengen zichzelf tot stille rust. De mens weet niet hoe hij zichzelf kan helpen en tot rust brengen wanneer hij moe, onrustig, emotioneel of uit zijn evenwicht is. Hij gaat maar door ook al voelt hij druk in zijn hoofd.
De mens weet niet hoe hij naar de heelheid terug moet keren. De eend keert terug naar zijn huis, naar zijn eigen midden, eist niets meer van zichzelf, wil niks meer, om weer helemaal thuis bij zijn eigen stille bron terug te komen.
Uitsluitend de stilte is de verbindende factor die alles weer samenvoegt wat gebroken was. O jij eend weet dit van nature…Jij stopt met snateren, terwijl de mens zijn snater nooit kan stilhouden omdat hij hem niet in zijn midden thuis brengt