DE TEGENSTANDER BEVRIJDEN
Wat een geworstel kan er toch in ons plaatsvinden! Ja, want we vechten, mopperen en klagen heel wat af over onszelf en over de hele wereld: tegen onrecht, tegen machteloosheid, jaloezie, woede, teleurstellingen, onbegrip, en tegen alles wat er in de wereld niet klopt … en dat is bijna alles. O help! En het innerlijk gaat maar tekeer als een oorlogsveld vol met verhalen en overtuigingen waarom het zo van slag is en wie er gelijk heeft en wat het allemaal wil maar niet lukt.
Maar als we, moe van onszelf, onze verwarring en onrust in onszelf gadeslaan komt er direct een gedachte op die zegt: ‘Maar tegen wie vecht ik dan toch zo?’ En op het moment dat we dat denken, lijkt de tegenstander ineens te kalmeren. Zelfs verslagen. Zelfs verdwenen! Hij is ontmaskerd! Puur omdat we ons ineens bewust worden van deze onrustige inwonende tegenstander die, vaak als een criticaster, altijd iets wil wat er niet is.
Onze borst en ons hart ontspannen meteen en het duelgevecht houdt op. Het gespleten ‘ik’ smelt om tot één stille willoze geest, die nu alles kan ontvangen wat het nodig heeft. Vooral ruimte.
Dat is de alchemie van het bewustzijn. Binnenin onszelf woont het werkelijke stille wezen dat we ten diepste zijn, daarin vindt geen oorlog plaats. Daarin brengen we onze tegenstander ten grave.
Hoor: hoe vredig stil is het daar.