IK WOU…
Ik wou dat ik de maan was, dan hoefde ik niks te doen. Mooier nog, ik mócht dan zelfs niks doen. Want o wee als ik wat deed dan ging het fout. Dan stroomden direct alle zeeën leeg, de aarde raakte a la minute haar evenwicht kwijt en wij mensen gleden er met z’n allen zomaar van af.
Hoe doet zij dat toch, de maan, alles in kracht bij elkaar houden?
Het enige wat ze doet is niks… simpel helemaal leeg en niks. Want pas dán, ja pas dán kan mannetje zonlicht als één geheel haar lege lijf binnen schijnen.
Niks van haarzelf dus, dat maanlicht. Niks anders hoeft ze te doen. Absoluut leeg zijn. En intussen als een danseresje gewoon wat blije pirouetjes draaien om haar as terwijl ze zonder betalen ook nog eens in de kermismolen om de aarde mag mee wentelen. (Ik wed dat ze daar stilletjes zacht bij neuriet of zoemt zodat je dat ’s nachts kunt horen als je stil bent)
Maar weet je? Het is met de mens precies zo gesteld als met de maan. Wat een vreugde om te weten.
Het principe van leeg zijn is exact hetzelfde. Voel maar hoe je gevuld wordt met kracht en ruimte wanneer je jezelf leeg openstelt, zacht niks doet. Wanneer je in overgave je weerstand loslaat, kun je alles ontvangen. Aarde en hemelkrachten stromen dan vanzelf door ons lege vrije lichaam, zoals het zonlicht door de maan. Besef dat niets van jezelf komt….
Hoor ik je een beetje neuriën?