ONZE WINNETOU-FILM
Hebben we het wel in de gaten? Dat ons denken eigenlijk alleen maar een innerlijke droom is, een nachtmerrie waarin we opgesloten zitten.
Lach om het rare van het denken. Lach om het rare dat we altijd maar innerlijk kletsen en nog eens kletsen terwijl we hele verstandige dingen menen te denken en zeer unieke waardevolle commentaren leveren op anderen in stilte:” Is Evelien nou zoveel aangekomen of zou ze in verwachting zijn? Die jurk maakt haar anders wel heel erg dik” “Eigenlijk ben ik het helemaal niet met hem eens maar ik zal maar de wijste zijn en gewoon zwijgen.” “De dader zal vermoedelijk een allochtoon zijn.” “Ik gun het ze graag hoor, want zo zit ik nou eenmaal wel in elkaar.”
Een regiment van dubbele bodems waardoor we ons zelf zo zuiver en eerlijk vinden als maar kan zijn.
Maar het stinkt een beetje…zonder dat we het in de gaten hebben.
En het stinkt ook omdat het één gesloten systeem is. Als een beerput. Het gaat nooit open omdat we ons denken en onze kritische standpunten absoluut en voor altijd vertrouwen. Wat wij denken is het juiste ijkpunt waar de hele wereld een puntje aan kan zuigen.
Tot we ontdekken dat we altijd aan het verdedigen, gelijk willen hebben, aanvallen of napraten zijn (wat we juist gelezen hebben).
Woorden, gedachtes en gevoelens zijn onze verslavingspatronen die een verlengstuk zijn van onze persoonlijkheid, de hoofdrolspeler in onze eigen strijdbare Winnetou-film.
Ik ken daarentegen iemand die onopvallend door het leven gaat. Het is een stille vriendelijke mens die slechts geniet van kleine dingen, een stukje blauwe lucht, een hondenkop op zijn schoot, stil zijn kruiden plukt en daarvan zijn thee zet, en soms zacht wat zingt voor zichzelf. Hij zegt dat hij het denken heeft stil gelegd. Hoe waar is dat. Geen mens voelt zich zo aanvaard en zo op zijn gemak bij hem. Zijn woorden laten meer stilte horen dan dat ze iets te zeggen hebben.
Hij is een mens die niet meer vecht. Hij is een mens die open is gegaan. Dat is het verschil tussen een kleine mens en een grote.