IK
Hoe hard de mens ook zijn best doet om rechtvaardig te leven, hoe braaf hij zich aan de wetten houdt, hoe ijverig hij zich ook inzet voor alles en iedereen, hij blijft onverzadigbaar hunkeren naar goedkeuring en bevestiging om te horen dat hij het allemaal goed doet. Maar niemand lijkt hem echt te zien.
Van de weeromstuit gaat hij nog harder werken. Totdat hij zichzelf ineens afvraagt: ‘Wie ben ik eigenlijk? Een soort van opgefokt wezen dat zich ‘ik’ noemt, maar zich onnatuurlijk gefrustreerd gedraagt? Ben ik dat?’
Dan doet die mens iets ongewoons omdat hij er genoeg van heeft. Hij stapt rechtstreeks op zijn ‘ik’ af en spreekt de inwonende opjager persoonlijk aan: ‘Zeg “ik”, wie ben jij eigenlijk?’
Er gebeurt iets wonderlijks. Geschrokken door zoveel aandacht lost ‘ik’ spontaan op. Hoe kan dat?
Het is de weg van het bewustzijn. Zodra ons ‘ik’ aangesproken wordt vanuit een diepe helderheid, lost ‘ik’ als sneeuw voor de zon op en verliest zijn bestaanskracht. ‘Ik’ verliest zijn kracht als het bekeken wordt. De identificatie van de mens met zijn ‘ik’ is hierdoor doorbroken.
Is het zo eenvoudig? Ja zo eenvoudig is het.
Als ons ‘ik’ verdwenen is, als een dwarsligger tussen het zelf en de wereld, verschijnt de zuivere liefdevolle ziel van de kosmische wereld die nergens behoefte aan heeft, ook niet aan goedkeuring of bevestiging. Zij hoeft nergens naar te zoeken want zij voldoet honderd procent aan zichzelf. Zij handelt gewoon vanuit het hart, altijd in vrede, zonder enig nadenken over enig resultaat.