WAAROM RITSELEN BLAADJES EN IS DE HEMEL BLAUW?
Alweer een paar jaar geleden besloot een cursiste met de yoga te stoppen omdat ik het woord ‘God’ en ‘goddelijk’ wel eens gebruikte tijdens de les. Daar had ze moeite mee.
Het is waar. In schaarse momenten overkomt het me dat ik iets onnoembaars ‘God’ of ‘goddelijk’ noem omdat ik het niet anders weet te zeggen.
Maar ik begreep ook waarom deze vrouw haar besluit had genomen, omdat zij juist bezig was zich van al die oude vastgeroeste goddelijke denkpatronen met bijbehorende uitgesleten woorden te bevrijden. Een stroming die je momenteel onder veel mensen tegenkomt en die zich daardoor vaak van de weeromstuit aangetrokken voelen tot het boeddhisme omdat het begrip god daarin niet gekend is, hoewel het onnoembare daar een andere naam krijgt.
Toch is enig onderscheidingsvermogen nodig, want we hoeven niet direct het kind met het badwater weg te spoelen of oude wijn in een nieuw en ander jasje te steken. We hoeven niet direct van cultuur of taal te veranderen omdat we denken dat een andere cultuur of taal het alleen maar bij het rechte eind heeft. We zullen ons moeten realiseren dat in wezen alles voortkomt uit één en dezelfde bron, hoe je die bron ook noemt. We kunnen er niet aan ontkomen dat er een kosmische intelligentie aan het hele bestaan ten grondslag ligt.
Want zie, of we nou boeddhist, atheïst, moslim of christen zijn en waar we ook op aarde wonen, het absolute feit ligt daar:
-Dat de onstuimigheid van de donderende golven ons allen raadselachtig overweldigt
-Dat we nog geen grassprietje zelf kunnen maken
-Dat we het nut van de schoonheid van een bloem niet kunnen uitleggen
-Dat we de tsjilp van een mus nooit kunnen nabootsen
-Dat we de bron van elektriciteit niet kunnen achterhalen
-Dat we de vruchtbaarheid van de aarde niet kunnen uitleggen
-Dat we niet weten waarom het gras groen en de lucht blauw is…
Dat, en bijna alles wat er om ons heen plaatsvindt, is een raadsel.. Ook al worden de wetenschappelijke instrumentaria steeds vernuftiger en verfijnder, wij schijnen als mensen uiteindelijk maar slechts één procent van alles te weten. En des te meer de wetenschap ontdekt des te meer nieuwe vragen en nieuwe raadselen er ontstaan.
Uiteindelijk komen we er niet achter. Zoals Einstein zelfs verklaarde dat er iets oneindigs en onbenoembaars ligt voorbij het denken. Het is het mysterie waar we ons hoofd voor moeten buigen. Een mysterie dat zich in de kleinste dingetjes onthult: in het ritselen van de blaadjes, het suizen van de wind, de roep van de wilde ganzen, de stilte van de avondschemering, de vlinder die even neerstrijkt, een smeltende ijskristal, een blik van iemand die je even aankijkt… Een kristalheldere orde ligt aan alles ten grondslag maar we begrijpen er niets van. Het is zó dichtbij dat we het inderdaad niet kunnen begrijpen, het maar God noemen, omdat we zelf er ook doordrenkt van zijn.
Over waarom het God te noemen heeft in de vorige eeuw de grote Swami Vivekananda de meest duidelijke uitspraak gedaan: “Men heeft mij gevraagd waarom ik toch altijd het oude woord God gebruik. Ik gebruik het omdat er geen beter woord is voor het doel dat ik beoog…Het woord God is door alle eeuwen heen gebruikt, waarmee de idee van kosmische intelligentie is verbonden. Waarom zouden we van zulk een woord niet gebruik maken alleen omdat deze of gene die niet beter weet, het voor veroudert uitkrijt! Gebruik daarom het oude woord, maar gebruik het in de ware zin…en geef u er ten volle rekenschap van welk een kracht er van zulk een aloud woord uitgaat…!” (uit Swami Vivekananda: Karma-, Bhakti-, Jnana- en Raja-yoga)
Onlangs las ik een artikel over een groots onderzoek waarbij in wel vijf pagina’s lang het onderwerp ‘Stress’ besproken werd. En in de kop van het onderzoek werd onthuld dat de grootste veroorzaker van stress – ook wel genoemd de ziekte van de 21e eeuw – een gevoel van isolatie is. En wel: ’isolatie van onze familie, omgeving en zelfs van God’ Daar werd dan toch zomaar ineens patsboem! het verguisde oude woord God genoemd. Om bijna verlegen van te worden. Het wetenschappelijke onderzoek meldde dat mensen met een religieuze overtuiging of een groot gevoel voor spiritualiteit sterker in het leven staan.
Toch zie ik dat de kerken leeglopen – een naar mijn idee uiterst natuurlijke manier om ons te ontdoen van alle oude opgelegde kerkelijke schisma’s en dogma’s – maar de mens blijft hoe dan ook áltijd op zoek naar verbondenheid en zingeving. Waar wil hij die verbinding uiteindelijk vinden?
Uiteindelijk is de mens op zoek naar zichzelf. En daar, in hemzelf, moet de verbinding gemaakt worden. (In het artikel blijkt yoga als geestelijke en lichamelijke techniek het beste hiervoor uit de bus te komen omdat het effectief een opening maakt)
De mens is dus uiteindelijk op zoek naar het meest eigene van zichzelf, waardoor een diepe innerlijke werkelijkheid blootgelegd wordt… als een mysterie dat zijn bestaan zin geeft en hem rust en kalmte kan bieden. Kun je die diepe wonderlijke werkelijkheid met geen beter woord aanduiden dan ‘goddelijk’? Ik vind het een prachtig over-all mysteriewoord.
Durf ik dan heel zachtjes te concluderen dat het ‘God’ noemen tijdens de yoga nog niet zo onheilzaam is?
Onnoembare
Lieve Liesbeth, in jouw verhaal zegt Einstein dat er iets oneindigs en onbenoembaars ligt voorbij het denken
Dit doet mij denken aan het verhaal van geluk en angst die samen een wandeling maakten
Angst vroeg tijdens de wandeling aan geluk.”Vertel eens, wat is het grootste geluk voor een mens? Geluk antwoordde: “Wanneer een mens zichzelf verliest, de grenzen van zijn ik verdwijnen en hij opgaat in het onnoembare. Angst knikt begrijpend.
Toen vroeg geluk aan angst: “Wat is de grootste angst voor een mens? “Angst antwoordde: “Dat hij zichzelf zal verliezen, de grenzen van zijn ik zouden verdwijnen en hij zou opgaan in het onnoembare.” Geluk knikte begrijpend en glimlachend zetten ze hun wandeling voort….