YOGA VOOR POPJES

YOGA VOOR POPJES

En daar was een paar weken geleden mijn 13-jarige kleindochter Mies, een grootdochter inmiddels. Ze had één wens: ze wilde graag een yogales te volgen. Dus kwam ze mee en zat naast me.  Zou ze het fijn gaan vinden? Ja, ze wilde graag nog een keer meekomen. En een volgende les zat ze weer naast me.

Hoe wonderlijk is het leven. Elf jaar geleden wist ik dat mijn meditatiekamer niet alleen voor mezelf was. Als ik me ’s morgens geïnstalleerd had op mijn meditatiekussentje prikte er wel eens een klein locomotiefje tegen mijn bil aan. En naast het devote mariabeeldje zag ik ineens een klein wit plastic konijntje dat aan een worteltje zat te knabbelen.
Geen nood. Ik wist dat ik mijn stiltecelletje moest delen met een wild tweejarig meisje dat mijn meditatiekamertje ‘haar kasteeltje’ noemde.

Nou ja, delen…Mies hield toen niet zo van delen. De deur van haar kasteeltje – eigenlijk mijn stiltekamertje waarin ze een poppenbedje had geplaatst – werd hermetisch gesloten als haar poppenkinderen moesten gaan inslapen nadat ze hen had voorgelezen. Hoewel ze zelf nog geen letter kon lezen, wierp ze mij een bestraffende blik toe wanneer ik per ongeluk toch binnenkwam, en ik haar met een groot boek op haar schoot naast het poppenbedje aantrof. Met een dreiging in haar ogen en haar vinger sissend tegen haar lippen beduidde ze me hoe ongehoord ongehoorzaam ik was door binnen te dringen in haar stille domein. O wee als de poppenkinderen wakker werden. En het was daar zooo stil!

Als ik de deur weer sloot, bleef het opmerkelijk stil achter die deur. Wanneer eindelijk het poppenmoedertje uit haar kasteeltje kwam, wilde ze mij nog wel eens extra vermanend toespreken dat ik in het vervolg niet zomaar mocht binnenkomen omdat haar popje moest slapen. Braaf hield ik daarna mijn mond toen even later het poppenmoedertje uit volle borst dansend door de kamer over bossen vol dennenbomen ging zingen: ‘bo-ho-hossen zóóó soon, zóóó soon’!  Ik luisterde aan de deur van het kasteeltje. Gelukkig, de kinderen sliepen gewoon door ondanks het kabaal van hun moedertje.

Toch is het opmerkelijk dat wilde uitbundige meisjes zo graag in de stilte van het meditatiekamertje willen zitten. Zoals twee uitersten bij elkaar horen: de onstuimige wind moet bij tijd en wijlen windstil kunnen gaan liggen. Een onstuimig kind verlangt ook tussendoor even niks.
Maar de opgroeiende mens raakt helaas vanaf de pubertijd dat contact met zichzelf kwijt om misschien later, veel later, die weg naar zichzelf en naar inkeer weer terug zien te vinden.

Maar misschien dat dit kleine wilde onstuimige meisje al heel vroeg het contact met zichzelf kan herstellen? Ze lijkt dol op de stilte…De stilte bevrijdt haar kennelijk van negatieve denkenergie, opent haar voor het nu, voor het niets dat de hele stilte vult. Zo bracht ze kennelijk al haar popjes tot leven.

 

Scroll naar top