DE KAT EN DE RAT

DE KAT EN DE RAT

Deze tijd heeft opmerkelijk nabije gemeenschappelijke vijanden voor ons in het leven geroepen. Zo dichtbij en zo grootschalig maakten we ze nooit eerder mee.
Allereerst de vijand van een onzichtbaar klein virus waar we met z’n allen, niemand uitgezonderd, ineens wereldwijd mee te maken kregen. Vervolgens een vijand die tevoorschijn kwam in de vorm van een oorlog tussen Rusland en Oekraïne waar uiteindelijk iedereen een voelbaar deeltje voor moet inleveren. Dan last but not least onze meest dreigende vijand, de uitputting van de aarde die we met alle mogelijke middelen proberen weerstand te bieden. Hoe gaat een mens hiermee om? Hoe verslaan we de machteloosheid die dat in ons binnenste oproept? Hoe speelt de vijand innerlijk een rol in ons? Los van wat we daadwerkelijk en praktisch kunnen doen?

Het doet me denken aan het verhaal van een onoverwinnelijke rat die zich in een kamer bevond en iedereen aanviel die maar binnenkwam. Zelfs de beroemde schermmeester, in wiens huis de rat zich bevond, kon de rat onmogelijk verslaan en droop pijnlijk verwond en verslagen zijn eigen kamer uit. Daarom nodigde de schermmeester de meest sterke, slimme en behendige katten uit die er maar in het land te vinden waren.
Toen de eerste kat, die beroemd en geprezen werd om zijn superbe techniek van ratten vangen, op de rat afliep, wist hij dat hij voor het eerst van zijn leven de ergste nederlaag zou moeten ondergaan. De rat viel hem monsterachtig aan.
De tweede staalharde kat wist dat het niet ging om techniek maar om het beheersen van de geest. Hij zou de rat in zijn macht krijgen door alleen maar de rat aan te staren zodat hij met psychische hypnose de rat zou weten te overwinnen. Maar de rat verdween gewoon, en was onzichtbaar geworden voor de kat. Ook de tweede kat kreeg zijn vijand niet in zijn macht. Tevens voor de volgende katten was de rat niet te verslaan.
Als laatste kwam een hele oude grijze kat aan de beurt die er zo gewoon en stoffig uitzag dat alle andere katten er smalend bij stonden om te gaan zien hoe die oude simpele ziel door de rat gevierendeeld zou worden.
Hoe verbijsterd waren ze toen ze zagen dat de oude grijsaard simpel en kalm op de rat afliep alsof hij niets bijzonders verwachtte. De rat kromp ineen en bewoog niet. De kat kon hem eenvoudig en langzaam in zijn bek nemen en de rat naar buiten dragen.
De andere katten waren ontgoocheld omdat ze hun hele leven keihard geoefend hadden in het overwinnen van ratten, ieder op eigen wijze. De een met een fabelachtige techniek, de ander met een staalharde geest en weer een ander met een slimme manier van psychisch denken. Maar geen van allen konden ze deze rat verslaan. Wat had de oude grijze simpele kat wat zij niet hadden?

De oude grijze kat vertelde dat het maar op één ding aankwam. Vrij zijn van alles; vrij zijn van het willen overwinnen, vrij zijn van alle dingen, vrij zijn van de vijand. Als je hart ook maar aan één ding vastzit wordt het al in beslag genomen door iets dat daar tegenover staat, dan is er strijd van twee tegenovergestelde zaken. Dan worden de functies van het wezen verhindert.
Terwijl de grootste kracht schuilt in het diepst van ons wezen, waar alles vrij en ongehinderd is, waarin geen vorm of omstandigheid of beeld nog enige invloed uitoefent op onze psyche of op ons denken. Dáár te zijn, in het diepst van die vrije oorspronkelijke werkelijkheid.
In deze tijd waarin we noodgedwongen meer op onszelf aangewezen zijn – een onverwacht genadevol geschenk vanuit het universum, elke vijand brengt onverwacht een kostbare vriend mee – kunnen we oefenen met naar binnen keren, om onszelf in die ongehinderde vrije ruimte te gaan ontdekken. Nee, niet om onze kop in het zand te steken en ver buiten de wereld te gaan staan. Nee, om het lijden van deze tijd en het lijden van onszelf volkomen te aanvaarden in die grote stilte die we ineens gaan voelen en beleven. Er bestaat geen macht of vijand meer. Alle ratten en muizenissen verlammen in ons hoofd. Er valt niets te overwinnen.

Een mooie gedachte is: Elk ogenblik is zó van zichzelf, zó vredig en zelf vervullend dat je ‘ik’ er niks mee te maken heeft. Dat is simpel terechtkomen in die vrije ongehinderde staat van zijn…hier en nu…
Meer dan ooit is het nu de tijd, en de noodzaak, om ons te verbinden met de kracht van het nu, waarin de volledige acceptatie van onszelf en het lijden van de wereld in één seconde samenvallen.
Maak maar kalme stappen als je loopt, de ene stap na de andere. Ons ‘ik’ dat vanuit gewoonte nog een doel wil bereiken of een prestatie wil leveren, of vele stappen vooruit wil denken wordt krachteloos als een tamme rat.
En als dan de spanning van onze schouders afglijdt blijft er geen kat of rat over. Wonderlijk toch.

 

 

Scroll naar top