ZONDER TITEL

ZONDER TITEL

‘Tja’, zeg ik wat aarzelend ‘Het is bedacht door een kunstenaar en daarmee heeft hij vast wel een bedoeling.’ ‘Wat bedoelt hij dan?’ ‘O dat weet ik ook niet precies. Misschien staat het op het bordje. Lees eens voor.’ En Bob leest langzaam spellend: ‘zonder titel.’ ‘Wat betekent dat ‘zonder titel?’ ‘Dat de kunstenaar het ook niet weet.’ We schateren van de lach en lopen naar de volgende zaal. ‘Da’s ook geen kunst aan’, en Bob wijst naar een aantal op de grond liggende oude vergane balken waartussen zand en houtmolm gestrooid ligt. Ik lees ‘Termieten Savanne’ en vermoed dat het kunstwerk de vergankelijkheid van de tijd, van een oude vergane stad ofzo verbeeldt. Een langslopende suppoost luistert geamuseerd. Ik zeg hem dat ik probeer mijn kleinzoon iets van kunst bij te brengen. ‘Dat zal niet meevallen’, antwoordt hij met een knipoog.

Ik wist in eerste instantie niet of ik er verstandig aan deed mijn toen 10-jarige kleinzoon mee te nemen naar het Kröller Müller Museum. Zou hij niet verveeld raken en voorgoed zijn zinnen hiertegen afzetten? Vroeger was ik als kind hier veel geweest met mijn ouders en broers en ik vond het er altijd fijn. Zou mijn kleinzoon dat ook vinden?

Het bleek een goede greep. Bob koos zelf wat hij leuk vond. De schilderijen, vooral de kleurrijke stillevens van bloemen, vond hij mooi en voor sommige stond hij zelfs even stil. Hoewel ik hem zoveel mogelijk zijn eigen gang liet gaan, bracht ik hem toch bij een paar schilderijen waarvan ik vermoedde dat hij ze boeiend genoeg vond of ze misschien kende. Ja, de schaal met de aardappeleters van Van Gogh kende hij wel, want diezelfde saaie schaal met aardappels – hij vond het een beetje stom – stond ook afgebeeld bij de fritestent op de markt in Zundert.
Ik liet hem zien hoe Mondriaan eerst een werkelijk zichtbare boom schilderde en daarna nog slechts in blokjes en vierkanten schilderde. Met zijn neus stond hij dicht op een pointillistisch schilderij van Seurat. Was dat grote schilderij helemaal uit kleine stipjes gemaakt!?
Hij moest lachen om die grappig achterover hellende postbode Roulin van Van Gogh. En ineens herkende hij – ‘oh dat is Giospogetti of zoiets!’ – in een zaal het bekende beeldhouwwerk van Giacometti, de lange wandelende man. Op school hadden ze van ijzerdraad ook zulke zelfde lange schaduwachtige figuren gemaakt.
Maar toen hij voor een groot egaal zwart geschilderd vierkant doek stond, was alle geloofwaardigheid in kunst weer verdwenen. Was dat ook kunst? En die slordig geschilderde verfslingers die zo vanuit de tube rechtstreeks op het doek waren gespoten, was dat ook kunst? Dan kon zijn kleine zus Mies het véél beter. Toen we in een donkere zaaltje een traag bewegend filmpje zagen van een paar figuren die in de zee stonden en nauwelijks bewogen, pakte hij mijn hand en zei: “Gaan we oma? In het echt is het veel mooier!”

Even later liepen we door de grote beeldentuin rondom het museum, en Bob riep juichend: ‘Kijk oma, dat is ook kunst’ En hij wees naar de wolken. En het gras, en de bomen, en de stenen, en jij en ik…álles is kunst!’ Vervolgens klauterden we via een daarvoor aangelegde kabel tegen een steile heuvel op om door een paar gigantisch grote stalen sculpturen te wandelen. Maar tja… kunst? Hoe kun je kunst maken als alles in het echt al zo mooi is?

In de museumwinkel kochten we nog een paar kaarten om naar huis te sturen (‘De kat’ van Bart van der Leck was Bobs favoriet), en toen reden we weer op onze witte fietsen terug door het park van de Hoge Veluwe. “Kijk oma, dit is ook kunst!” zei Bob lachend toen hij even later achter een grote bosvruchtenpannenkoek een stukje braam aan zijn vork prikte.

“In het echt is het veel mooier.” Het zinnetje van Bob bleef me bij. Hoe waar was het!
Maar – was mijn vraag – kunnen we dat ‘echt’ nog wel zien? Wij grote mensen? Zijn we dat niet verleerd? Kunnen we nog wel voelend stilstaan bij wat er in het echt op dit moment te zien valt?
Ik denk dat we dat moeten leren. Echt leren kijken. Maar… we weten niet meer hoe het werkt, kijken. We zijn zo onrustig van onszelf dat we het feitelijke leven in het moment zelf niet kunnen voelen en rechtstreeks beleven in zijn ware gedaante. We zijn zo in beslag genomen door onze geconditioneerde eigen beelden, meningen, herinneringen, morgen en gisteren en verwachtingen…

Krishnamurti zegt zo treffend (in ‘De adelaar en zijn vlucht’) dat we een levensstijl moeten zien te vinden, die volledig verschillend is van dat wat we tot nu toe met ons leven doen. Het gaat erom om het levensproces te begrijpen vanuit een hartstocht, en niet vanuit het denken. Vanuit het denken valt niets van het leven te begrijpen maar vanuit een hartstocht kunnen we de ondeelbaarheid van het leven zien te achterhalen, de zin van het leven en wat het feitelijk betekent te leven. Het gaat om wakker te worden. Hoe is dat wakker worden?

Gisteravond zat ik nog heel laat buiten onder een blote sterrenhemel. Alles was helder, magisch donker en stil. De silhouetten van de grote bomen rond mijn boshuis staken rechtstreeks en roerloos de donkere lucht in. Na een drukke dag vol visite was de wereld ineens weer in alle volheid van mijzelf. Na alle menselijke onrust en al het praten over zaken die in feite niets nieuws brachten, was daar ineens dat ENE NU, dat onbeweeglijk heldere ENE NU. Zonder beweegreden steeg een geluksgevoel in mij op. Het grote alomvattende ondeelbare ENE bracht alles tezamen wat tussen de mensen en al hun praten zo gespleten, verward en verbrokkeld was geweest. De hemel, de nachtelijke wereld in zijn grootse eenheid.

Het was de onbeweeglijkheid van de geest die het bewustzijn in mij wakker had gemaakt. Alles was uitgezet in mijn denken. Niets zat er tussen mijzelf en dat wat ik zag. Het was een beeldloos kijken. Een rechtstreekse blote waarneming. En daarmee stroomde mijn hart ineens vol. Het was één beweging. Het was er, dat ENE, omdat de geest niet bezet was door al het andere. De geest was bewegingloos geworden. Alle fixaties waren verdwenen. Dat is wat men  ‘bewustzijn’ noemt

Dat veroorzaakte dat in het echt alles zoveel mooier is dan welk kunstwerk ooit aan ontroering kan teweegbrengen.
Het is kennelijk deze weg van waarnemen die we opnieuw moeten leren ontdekken. Het is de enige weg waardoor de natuur weer gezien, geëerbiedigd en gevoeld wordt als een directe bron van hartkracht en verwondering. De natuur, de aarde is het huis van god. Het mooiste kunstwerk … zonder titel… zonder enige bedoeling.

 

 

Scroll naar top